
Het totale gebruik van internet op de computer stijgt van 92 minuten per dag in 2008 naar 104 minuten in 2010. Dat blijkt uit onderzoek van SPOT naar tijdsbesteding van de consument. De klassieke internetactiviteiten zoals e-mailen (van 34 naar 36 minuten), bekijken van websites (van 38 naar 29 minuten) en online gamen (blijft gelijk op 13 minuten) groeien niet of nauwelijks meer. De groei van de internettijd komt bijna geheel van relatief nieuwe activiteiten: radio (plus 10 minuten), social media (plus 4 minuten naar 12 minuten), Uitzending Gemist e.d. (plus 4 minuten) en videofilmpjes kijken (plus 3 minuten).
De toename van het gebruik van de zogenaamde social media bij sommige jongeren is volgens SPOT verbluffend. 13-16 jarigen gebruiken meer dan een uur per dag (62 minuten) voor sociale media als MSN en Hyves. Vanaf 17 jaar daalt dit weer sterk (29 minuten) en vanaf 20 jaar is er nauwelijks meer verschil met het gemiddelde. 13-16 jarigen bepalen dus sterk de beeldvorming voor alle jongeren, maar zij vertonen juist een afwijkend gedrag. Jongeren onder de 13 jaar besteden veel minder tijd aan media en vanaf 17 jaar verplaatsen de activiteiten zich naar buitenshuis.
In totaal wordt er netto vijf uur en drie kwartier per dag aan media besteed. Het aandeel van televisiekijken hierin is 45 procent, van radio 33 procent en van internet 23 procent. Zij vormen de top drie media-activiteiten. Lezen van kranten, tijdschriften, folders en boeken samen maakt negen procent van de mediatijd uit. Gamen, muziek luisteren en bellen zijn goed voor respectievelijk 4, 3 en 2 procent van de mediatijd.
De tijd voor het extra mediagebruik wordt deels gehaald uit de tijd die wordt gestoken in de huishoudelijke werkzaamheden. De totale tijd voor huishoudelijk werk, boodschappen, koken en de verzorging van kinderen neemt af van 143 minuten in 2008 naar 127 minuten in 2010. Bij vrouwen is deze trend nog sterker: daar loopt de totale huishoudtijd terug van 193 minuten in 2008 naar 171 minuten in 2010, een teruggang van 22 minuten per dag. Ook de tijd voor persoonlijke contact staat onder druk. Het bezoek thuis of bij iemand anders loopt terug van 62 minuten in 2008 tot 51 minuten in 2010.