EZ keert terug naar oud beleid met dekkingsverplichting

Commentary Wireless Netherlands 16 DEC 2016
EZ keert terug naar oud beleid met dekkingsverplichting
Door een dekkingsverplichting op te leggen, keert het ministerie terug naar frequentiebeleid uit tijden van weleer. In 2000 stond 3G voor de deur. De overheid vond het maatschappelijk belang van mobiel bellen groot genoeg om daarvoor een gedetailleerde dekkingsverplichting op te leggen. Bij de 4G-veilingen van 2010 en 2012 werd de dekking niet geregeld. Twintig jaar later staat 5G voor de deur en komen de verplichtingen weer uit de kast.

De volgende veiling is rond 2020 en dan staat 5G voor de deur. Dit keer is het maatschappelijk belang van IoT en supersnel breedband zo groot, dat de dekkingsverplichting niet aan de markt kan worden overgelaten.

Dekkingskaarten

Bij de UMTS-veiling van 2000 zat een gedetailleerde dekkingsverplichting. Die verplichting werd gepubliceerd met een kaart van Nederland met daarop 300 locaties. Op al die 300 locaties moest met vijf netwerken dekking worden gerealiseerd. Deze verplichting bleek zo streng dat KPN en T-Mobile er jaren later door in problemen kwamen. Die hadden namelijk de netwerken van Telfort, respectievelijk Orange deels uitgeschakeld.

Bij de 4G-veilingen werd geen dekkingsverplichting nodig geacht. In 2010 werden de 2,6 GHz vergunningen geveild. EZ heeft daarop alleen een lichte uitrolverplichting gelegd, bedoeld om strategisch inkopen en hamsteren tegen te gaan. Deze dekkingseis was echter zo gering, vanaf 20 km2, dat die met één mast kon worden gehaald.

Deze uitrolverplichting kon daardoor niet verhinderen dat het spectrum jaren op de plank bleef liggen. De operators bouwden een netwerkje dat groot genoeg was voor de verplichtingen in de vergunning, maar deden er verder niets mee. Pas sinds kort worden de frequenties ingeschakeld in carrier-aggregatie in 4G-netwerken.

Bij de Multibandveiling van 2012 werd het oppervlak van de uitrolverplichting weliswaar uitgebreid, maar nog steeds tot een gebied dat flink kleiner is dan Nederland. EZ ging ervan uit dat de vier winnaars van de veiling hun LTE-netwerken snel zouden uitrollen en zouden streven naar landelijke dekking. Deze verwachting is ook grotendeels uitgekomen.

Er is vrijwel overal dekking. Maar niet exact overal. En daar wil EZ nu wat aan gaan doen. Het belang van breedband, IoT en 5G is zo groot, dat Den Haag de dekking niet meer wil overlaten aan de markt. 

Ook dat is een echo uit het verleden. Achteraf gezien waren de verwachtingen in 2000 te hoog. Kort na die veiling knapte de dotcom-zeepbel. De Multibandveiling was pas eind 2012, toen er in Scandinavië al LTE-netwerken waren. Men wist dus heel goed waar de markt aan toe was. 

Dit keer is de onzekerheid over 5G veel groter. EZ moet in 2017 het beleid ontwikkelen voor een veiling in 2019. Die veiling bevat frequenties die pas in 2021 beschikbaar komen, voor technologie die nog moet worden ontwikkeld. 

Plannen in Strategische Nota

In het eerste kwartaal komt daarover meer duidelijkheid in de Strategische Nota Frequentiebeleid. Hoe die dekkingsverplichting er uit gaat zien, is nog onbekend. EZ zal een formule moeten vinden om deze eis breed en technologieneutraal te formuleren, maar toch effectief te maken. 

De lat ligt namelijk erg hoog. De 4G-netwerken zijn volgens EZ zo goed dat ze 99 procent dekking bieden. Tegelijkertijd zegt de overheid dat 100 procent niet haalbaar is. Dat vraagt om een creatieve tekst.

Overigens zijn uitrolverplichtingen alleen geschikt voor macronetwerken. Voor 5G worden ook toepassingen ontwikkeld in 28 GHz en 60 GHz frequenties. Het bereik daarvan is eerder uit te drukken in decimeters, niet in kilometers. Dat is niet af te dekken met landelijke verplichtingen.

Een van de mogelijke routes is om operators te verplichten om dekking te bieden aan gebruikers, onafhankelijk van locatie. EZ streeft, blijkt uit de beschikbare informatie, dat overal "minstens één" netwerk beschikbaar moet zijn.

Een gedetailleerde eis over dekking is dan niet nodig, in plaats daarvan kan worden gedacht aan een eis dat diensten beschikbaar zijn, zoals een bepaalde internetsnelheid. 

Dit lijkt voor te sorteren op de benadering die Ofcom volgt in het Verenigd Koninkrijk. Daar vindt de overheid het onwenselijk als eindgebruikers maar één netwerk kunnen uitkiezen. De Britse operators moeten dus masten bij bouwen om te zorgen dat er geen ‘notspots’ meer zijn. 

Bovendien is het niet genoeg om alleen eisen te stellen aan de mobiele operators. Het zijn namelijk de gemeenten die beslissen over de vergunningen voor mobiele antennes. Daarin zit een knelpunt. Sinds een paar jaar komen er klachten uit gemeentes in het buitengebied over slechte mobiele dekking. 

EZ wijst erop dat een mobiele operator geen bereik kan bieden als gemeenten weigeren om een vergunning te geven voor antennes. De meeste klachten over de dekking komen uit gemeenten met een restrictief beleid, stelt het ministerie van Economische Zaken. Als daar knelpunten zijn, dan moeten die ook worden aangepakt.

Gerelateerde artikelen