
Verkoop van passieve netwerken grijpt om zich heen. Het onderstreept niet alleen de waarde van dit soort netwerken, maar ook de waarde van structurele scheiding. Deze sale and lease-back constructies dragen echter een risico: wat gebeurt er aan het eind van de lease-termijn met de tarieven, gelet op het feit dat de nieuwe eigenaar monopolist is? De geschiedenis zal leren of hier sprake is van een tragische vergissing.
Conceptueel kunnen we een operator (vast of mobiel) zien als combinatie van een netwerk- en een dienstenlaag. Eigenlijk gaat het om drie lagen: passieve elementen, een actief netwerk (hardware) en service platforms (software) voor uiteenlopende diensten (telefonie, SMS, internettoegang, televisie, video, VPN's, etc.).
Investeerders kopen passieve netwerken
Een terugkerende vraag in de telecomsector luidt: moet je wel of niet het onderliggende netwerk bezitten? Het antwoord hierop is aan het schuiven. Passieve netwerkelementen worden steeds meer gezien als vastgoed. Voor verticaal geintegreerde operators zijn er verschillende motieven om netwerkonderdelen te verkopen: de schuld is te hoog; er kan veel cash mee gegenereerd worden door de hoge waardering van infrastructuur; de middelen kunnen ingezet worden om te investeren in andere netwerkonderdelen (5G, FTTP), diensten en software-ontwikkeling; en er kan dividend uit gefinancierd worden.
Investeringsfondsen treden steeds meer toe tot de telecomsector. Zij richten ondernemingen op, nemen assets over van bestaande operators of halen telecombedrijven van de beurs. Ook in Nederland betraden diverse fondsen de markt door bedrijven geheel of gedeeltelijk over te nemen. Denk aan EQT (Delta), Antin (Eurofiber), Arcus (E-Fiber), Ancala (FORE Freedom), Primevest (FTTP in Den Haag) en de Highland Group (L2 Fiber).
We hebben de afgelopen maanden diverse transacties gezien waarmee operators een deel van hun (passieve) infrastructuur verkochten:
- Vodafone wil zijn Europese mobiele torens onderbrengen in een TowerCo, waarvan een minderheidsbelang naar de beurs gaat.
- Iliad verkoopt 70 procent van zijn Franse en 100 procent van zijn Italiaanse TowerCo. Het Zwitserse Salt (eveneens onder controle van Xavier Niel) verkocht 90 procent van zijn TowerCo aan Cellnex. Verder verkoopt Iliad 51 procent van zijn Franse glasvezelbedrijf aan InfraVia, een investeringsfonds.
- Altice Europe heeft een reeks vergelijkbare transacties gedaan voor de zijn torens en glasvezel in Frankrijk en Portugal. Het Franse glasvezelbedrijf ontpopt zich vervolgens tot consolidator.
- Orange Spanje verkoopt een deel van zijn mastenportfolio aan Cellnex.
- KPN: verkocht KPN International aan GTT.
- T-Mobile Nederland: bij de fusie met Tele2 Nederland zijn tegelijk de eigen torens afgesplitst in T-Infra, onderdeel van Deutsche Funkturm (dochter van Deutsche Telekom).
Investeerders realiseren schaalvoordelen
Dat investeerders bereid zijn goed te betalen voor passieve infrastructuur, blijkt uit de performance dit jaar van dergelijke aandelen. Hiermee wordt de waarde van structurele scheiding duidelijk: door passieve netwerken af te splitsen, kan de infrastructuur aan meerdere partijen verhuurd worden en realiseert de nieuwe eigenaar schaalvoordelen. Het passieve netwerk verandert in een open netwerk.
Negatieve gevolgen voor de telco
De gevolgen van de verkoop van passieve netwerken zijn, afgezien van de cash opbrengst, niet positief. Ten eerste worden de resterende assets (actief netwerk, service platforms, abonnees, etc.) lager gewaardeeerd dan netwerkassets. Ten tweede, het gaat om sale & lease-back constructies dus de capex neemt af maar er komt opex voor in de plaats. Dit is in beginsel neutraal voor de waarde, gelet op de doorgaans langlopende leasecontracten (bijv. 15 jaar). Echter, aan het eind van het contract moeten de voorwaarden heronderhandeld worden. De (nieuwe) eigenaar van het passieve netwerk is feitelijk monopolist en kan de lease-tarieven fors verhogen. Het risico bestaat dat de geschiedenis zal leren dat verkopen van een passief netwerk een tragische vergissing blijkt te zijn. Het Amerikaanse Windstream kan hiervan meepraten.
Andere methoden
Overigens is het opvallend dat sommige telco's lijken terug te deinzen voor de verkoop van passieve netwerken. Liberty Global stoot zijn netwerken niet af, Telenor en Tele2 ook niet. Zij kiezen ervoor landenoperaties in hun geheel af te stoten. Telecom Italia/TIM kiest een middenweg, met de mogelijkheid de verkoop terug te draaien: het brengt zijn glasvezelnetwerken (Intred) en mobiele masten (Inwit) naar de beurs maar behoudt een meederheidsbelang. Daarbij heeft een beursnotering het voordeel dat er extra geld wordt opgehaald, waarmee bijvoorbeeld de aanleg (van glasvezel) kan worden versneld.
Ook network sharing, via de oprichting van een joint venture (zoals Proximus en Orange Belgium), stelt de partijen in staat schaalvoordelen te behalen zonder de assets volledig te vervreemden.