
In de Europese verordening over netneutraliteit (en roaming) staat ook dat gebruikers meer inzicht krijgen in de kwaliteit van de geleverde internetdiensten. Elke aanbieder gaat zorgen voor “ een duidelijke en begrijpelijke uitleg over de minimale, de normaliter beschikbare, de maximale en de geadverteerde download- en uploadsnelheid van de internettoegangsdiensten”. Mobiele aanbieders moeten melding maken van de “geraamde maximale en de geadverteerde download- en uploadsnelheid”. Als de kwaliteit te ver achter blijft, kan een eindgebruiker zijn provider in gebreke stellen en compensatie opeisen.
Meetsysteem
Daarvoor moet de kwaliteit van de dienst wel gemeten kunnen worden. Dat is nog in ontwikkeling. In juli meldde ACM nog bezig te zijn met een meetsysteem. Een woordvoerder van ACM legt in een e-mail uit dat Berec waarschijnlijk al in het eerste kwartaal een publieke consultatie begint over de selectiecriteria voor een meetsysteem. “Dat is sneller dan we in eerste instantie hadden voorzien. Daarom zal ACM de criteria voor certificering doorontwikkelen in samenwerking met Berec.”
ACM was op basis van de Europese verordening zelf al begonnen om de mogelijkheden te verkennen die er zijn voor consumenten die zelf hun snelheid willen meten. Er bestaan meerdere applicaties die in een app of browser draaien, waarvan Speedtest.net van Ookla waarschijnlijk de bekendste is. ACM heeft een overeenkomst gesloten met Measurement Lab, een vergelijkbare aanbieder die ook de Britse en Amerikaanse overheid adviseert. Deze samenwerking staat echter nog in de kinderschoenen.
Complexiteit
De operators stellen, niet ten onrechte, dat het lastig is om de complexiteit van een internetdienst te vangen in één getal, de downloadsnelheid. Die meting is afhankelijk van veel factoren die deels ook buiten de invloedssfeer van de aanbieder liggen. Deze consultatie van Berec gaat in deze fase alleen nog om de criteria voor certificering van een mechanisme. Dat geeft nog niet meteen duidelijkheid over hoe het mechanisme er dan uit gaat zien, zowel technisch als administratief.
Ofcom in het VK verplicht operators sinds een aantal jaar om te vermelden wat voor internetsnelheid een consument aan huis kan verwachten en wat de bandbreedte is tussen de hoogste en laagste snelheden. BIPT wil dat operators een vergelijkbare opgave gaan doen, waarbij BIPT en niet de consument die opgaven periodiek zal controleren. BIPT zal die periodiek controleren.
De Europese Commissie heeft een eigen meetprogramma, SamKnows, waarbij een consument een aangepaste router in huis krijgt die doorlopend metingen uitvoert. Die aanpak levert veel meetpunten op, niet alleen over snelheid, maar ook over latency, jitter en packet loss. De losse router is echter zeer waarschijnlijk te duur om honderden miljoenen consumenten in de hele EU van dienst te zijn.