
Facebook heeft haar gegevensbeleid aangepast na onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Halverwege mei concludeerde de toezichthouder dat Facebook in strijd handelde met de Nederlandse privacywetgeving.
Na onderzoek naar de verwerking van persoonsgegevens van zo’n 9,6 miljoen Nederlandse Facebook-gebruikers bleek dat het sociale netwerk onder meer de wet overtrad door gebruikers onvolledig te informeren over het gebruik van persoonsgegevens.
Ook stelde de AP destijds vast dat Facebook bijzondere gegevens van gevoelige aard gebruikte zonder uitdrukkelijke toestemming van de gebruikers. Zo werden gegevens verwerkt over seksuele geaardheid om op basis hiervan gerichte advertenties te tonen. Facebook was hiermee in 2017 al gestopt.
Sancties onduidelijk
De AP gaf in mei aan te gaan beoordelen of de overige overtredingen al zijn beëindigd. Als dat niet het geval zou zijn, kon de toezichthouder besluiten om Facebook een sanctie op te leggen. Over sancties wordt nu niet gesproken.
Aleid Wolfsen, voorzitter van de AP, stelt: “Of Facebook voldoet aan de nieuwe privacywet, zal moeten worden onderzocht in Europees verband. Aangezien de hoofdvestiging van Facebook in Ierland staat, heeft de Ierse autoriteit hierin de leidende rol, uiteraard in samenwerking met de andere Europese privacytoezichthouders.”
Meer informatie
Na de aanpassingen op aandringen van de AP informeert Facebook informeert gebruikers nu uitgebreider over:
- De aard van de persoonsgegevens die worden verwerkt.
- De doeleinden van deze verwerking.
- Met wie en hoe persoonsgegevens worden gedeeld.
- De rechtsgronden van de verwerking.
Tweemaal in overtreding
Al in 2017 constateerde de AP voor de eerste keer dat Facebook op twee vlakken in overtreding was:
- Facebook had gebruikers niet adequaat geïnformeerd over het gebruik van hun persoonsgegevens voor gerichte advertenties;
- Facebook verwerkte informatie over iemands seksuele geaardheid voor advertentiedoeleinden zonder dat gebruikers daarvoor uitdrukkelijke toestemming hadden gegeven.
De AP heeft net als de andere Europese privacytoezichthouders nog vragen over het aangepaste privacybeleid, de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens en het nieuwe privacykeuzemenu van Facebook.
Sinds 25 mei 2018 de AVG van toepassing. Onderzoeken hoeven daarom niet langer door de afzonderlijke privacytoezichthouders per land te worden opgezet, maar kunnen in Europees verband worden uitgevoerd. De Ierse privacytoezichthouder speelt in dit geval de leidende rol.
Speciale toegang bedrijven
Eerder deze week bevestigde Facebook dat het overeenkomsten heeft gesloten met meer dan 50 bedrijven, waaronder grote namen als Amazon, Apple, Huawei, LG, Vodafone en Spotify, waarmee de bedrijven een speciale vorm van toegang kregen tot gebruikersdata van het sociale netwerk.
De New York Times schreef eerder al over de integratiedeals met apparaatfabrikanten. Facebook zei dat de toegang van deze bedrijven was overeengekomen onder ‘significant andere’ voorwaarden dan de apps van derden die onder toezicht zijn gekomen vanwege het opslaan van persoonlijke data zonder de instemming van de gebruiker.
Facebook zei eerder dit jaar, na het Cambridge Analytica-schandaal, dat het ook de overeenkomsten met devicemakers wegens privacykwesties zou beginnen te ontbinden. Het bedrijf noemt ze ‘integratiepartnerschappen’, omdat ze voornamelijk de integratie van de Facebook-ervaring of functies in apparaten en besturingssystemen omvatten, zoals meldingen van het sociale netwerk in de Mozilla-browser of een Blackberry-apparaat.