CBb schorst near-net verplichting voor aanleg FttO

News Broadband Netherlands 13 JUN 2013
CBb schorst near-net verplichting voor aanleg FttO

KPN hoeft bedrijven niet aan te sluiten op FTTO als een concurrent dat vraagt. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft de near-netverplichting geschorst uit de marktregulering van de ACM voor KPN’s zakelijke activiteiten: FttO en HKWBT/HL.

De voorlopige voorziening is aangevraagd door KPN. Tele2, Vodafone en Eurofiber zijn toegelaten als belanghebbende en zijn ook gehoord.

Near-net verplichting

De near-net verplichting houdt in dat KPN gehouden is om – op verzoek van een concurrent - een glasvezelaansluiting aan te leggen waar KPN nog geen ODF-access (FttO) aanbiedt, en daartoe ook graaf- en aansluitwerkzaamheden uit te voeren. De grens voor ‘op redelijk verzoek’ is gesteld op een afstand van 250 meter tussen de locatie en het hoofdnetwerk.

Met de near-netverplichting wordt KPN dus gedwongen haar glasvezelnetwerk verder uit te rollen ten behoeve van FttO-access, constateert de voorzieningenrechter. Het staat voor de rechter niet vast dat die verplichting in de bodemprocedure stand zal houden.

Volgens ACM is het niet economisch reëel of redelijk dat alternatieve aanbieders die laatste meters zelf moeten aanleggen. Ze maken daarvoor hoge kosten en krijgen dan de exploitatie van een geïsoleerd stukje glasvezel. Dat maakt dat partijen als Tele2 en Vodafone niet met KPN kunnen concurreren.

Daar staat tegenover dat er niet alleen dienstenconcurrentie is, tussen (onder meer) de drie genoemde partijen. Er is ook infrastructuurconcurrentie, want partijen als Tele2 Eurofiber breiden hun netwerk ook nog steeds uit.

Een vergaande (mogelijk verder dan 250 meter, denkt ACM ook) near-netverplichting zou zelfs als effect kunnen hebben dat de aanleg van andere netwerken ontmoedigd wordt, gelet ook op de door ACM aangevoerde omstandigheid dat 85-90 procentvan alle potentiële bedrijfslocaties zich binnen een bereik van 250 meter van het FttO-netwerk van KPN bevindt.

De voorzieningenrechter vindt dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat schorsing gerechtvaardigd is. 

De ACM noemt de uitspraak teleurstellend, omdat de concurrentie op de zakelijke markt een speerpunt is. "De near-net verplichting is een cruciale verplichting voor partijen om met KPN te kunnen concurreren en de machtspositie van KPN op de zakelijke telecommarkten te doorbreken. Met de schorsing van de near-net verplichting kan KPN haar machtspositie behouden en komt de gewenste concurrentie op de zakelijke markt vooralsnog niet tot stand", schrijft de toezichthouder in een nieuwsbericht. 

Verplichte aankondigingstermijn

Het CBb heeft een andere, door KPN gevraagde voorziening afgewezen. Zowel FttO als HKWBT/HL verplicht KPN op om wijzigingen in netwerken en diensten minimaal twee maanden van tevoren bekend te maken. De ACM hanteert transparantie als grond, maar ook non-discriminatie: zij wil voorkomen dat KPN, als men van plan is een bepaald gebied te verglazen, overeenkomsten met potentiële afnemers in dat gebied al heeft gesloten, voordat men concurrentie ondervindt van alternatieve aanbieders.

De rechter acht het voldoende aannemelijk dat het voor KPN lastiger wordt om vraagbundelingen op bedrijventerreinen snel af te ronden. Het belang van concurrentie-ontwikkeling weegt echter zwaarder dan het belang van KPN bij haar bedrijfsvoering. De rechter gaat er namelijk van uit dat KPN aanmerkelijke marktmacht (AMM) bezit.

KPN procedeert nog tegen de AMM-status in beide besluiten, maar dat is onderdeel van de bodemprocedure die op zijn vroegst volgend jaar ter zitting komt. Op verzoek van KPN is dat aspect hier buiten beschouwing gelaten. De rechter is dus uitgegaan van AMM.

Related Articles