
Een goede Brexitovereenkomst is bepalend voor de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. Een (no deal-)Brexit zal een groter effect hebben op de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven dan van bedrijven in andere Europese landen. Sectoren zoals telecom zullen hun positie na een Brexit echter juist versterken. Dat blijkt uit een publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Uit de publicatie blijkt dat de details van een uittredingsverdrag, of de details van afspraken over de toekomstige economische relatie met het VK na een no-deal, bepalender voor Nederland dan voor het Verenigd Koninkrijk en veel andere landen in de EU. Ongeacht welke deal uiteindelijk gesloten wordt: de eerste gevolgen zullen groter zijn voor het VK dan in Europa en de impact is sterker in Nederland dan in veel andere Europese landen.
Telecomsector versterkt positie na Brexit
Dat geldt dus echter niet voor alle sectoren, aldus de publicatie ‘The Implications of Brexit for UK and EU Regional Competitiveness’. Sommige bedrijfstakken, zoals de voedingsmiddelenindustrie, landbouw, chemie en handel, zullen gemiddeld gezien veel last krijgen van de kostenverhoging die gaat optreden. Sectoren zoals de financiële dienstverlening, telecom en de reisbranche versterken juist hun positie.
De gemiddelde hoogte van de handelsbelemmeringen na een Brexit (een harde of zachte Brexit) is bepalend voor de grootte van het effect. Met name de landbouw en de voedingsmiddelenindustrie zijn afhankelijk van de details van de uittredingsovereenkomst en hebben dus baat bij een 'goede deal', alhoewel dit kan variëren voor de bedrijvigheid in verschillende Nederlandse regio’s.
Het PBL heeft in de publicatie gekeken naar de (inter)nationale concurrentiepositie: welke bedrijfstakken in welke regio’s in Europa worden in welke mate door de Brexit in hun concurrentiepositie versterkt en welke verzwakt? En hoe gevoelig is dit effect voor de specifieke afspraken met het Verenigd Koninkrijk en daarmee dus voor de details van een uittredingsovereenkomst?
Bepalend in de studie is of de totale kostenverhoging voor bedrijven in Nederland - in verband met handelsbarrières die het gevolg zijn van een Brexit - groter of kleiner is in vergelijking met die van hun (inter)nationale concurrenten en hoe sterk deze gevolgen veranderen door een andere uittredingsovereenkomst.
Economisch grotere regio's minder hard getroffen
De economisch grotere Nederlandse regio’s (Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant) worden bij een ‘harde’ Brexit gebaseerd op WTO-tarieven en aangevuld met niet-tarifaire belemmeringen minder hard door de Brexit getroffen dan de economisch kleinere regio’s. Dat komt onder meer doordat bedrijven in deze economisch grotere regio’s minder afhankelijk zijn van economische relaties met het VK.
Voor met name Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht zijn de effecten onzeker. In deze regio’s zijn de effecten van een Brexit het meest afhankelijk van de details van de uittredingsovereenkomst. Dit komt door de specifieke bedrijvigheid die zich in deze regio’s bevindt en die al naar gelang de details van het uittredingsverdrag en hun regiospecifieke afhankelijkheid van handelsrelaties met het VK, in grote of slechts kleine mate door de Brexit getroffen zullen worden.