BT, Verizon en Colt (samen BPCA) hebben een reactie ingediend op de consultatie voor een nieuwe wet voor de inlichtingendiensten. Het wetsvoorstel van minister Plasterk voorziet in een verruiming van de bevoegdheden, met name in het aftappen van kabels.
De drie grootzakelijke aanbieders beperken zich tot kritiek op de verplichting voor telecomaanbieders om mee te werken aan ongerichte interceptie van communicatie. Ze noemen een aantal bezwaren. De bevoegdheid om verkeer in ‘bulk’ te onderscheppen noemen zij bijzonder ruim omschreven en nergens begrensd. Ze wijzen verplichtingen niet als zodanig af, maar stellen wel dat aanbieders in feite geacht worden om een blanco cheque uit te schrijven. Dit maakt de regeling evident disproportioneel, wordt gesteld. Daarbij stellen ze dat grootzakelijke aanbieders zoals zij geen bijdrage kunnen leveren aan de opsporing van terrorisme. De bedrijven pleiten daarom voor een vrijstelling van de verplichtingen.
Verder wijzen ze erop dat in potentie alle communicatie in kabels kan worden afgetapt en gedeeld met buitenlandse inlichtingendiensten, ook als het gaat om communicatie van buitenlandse bedrijven. Dit zal afbreuk doen aan de aantrekkingskracht van Nederland
als vestigingsland voor internationaal opererende telecomaanbieders en hun klanten.
De zakelijke aanbieder Voys Telecom wijst in zijn reactie in meer algemene termen op een conflict met vrijheid van meningsuiting en privacy en op het ontbreken van juridische toetsing. Daarnaast stelt Voys dat massasurveillance ‘niet werkt’.
