De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de trends en risico’s voor de bescherming van persoonsgegevens in het onderwijs in kaart gebracht. De aanbevelingen van de AP richten zich op het op orde krijgen van de basis en het versterken van de positie van de onderwijssector in de digitale maatschappij.
De AP signaleert drie belangrijke trends en risico’s: monitoring en proctoring van leerlingen en studenten; afhankelijkheid van grote leveranciers; groeiende uitwisseling van gegevens in samenwerkingsverbanden.
Uit die analyse volgen aanbevelingen waarmee onderwijsorganisaties maatregelen kunnen nemen. De sector is inmiddels al aan de slag gegaan met de aanbevelingen, stelt de AP.
Vlak voor de zomervakantie heeft de Autoriteit Persoonsgegevens de software van Google Workspace for Education in de ban gedaan, omdat persoonsgegevens van scholieren en studenten buiten Nederland werden verwerkt zonder een goede juridische basis. Google heeft toen in ijltempo zijn beleid aangepast.
AP wijst ministerie op zijn verantwoordelijkheid
Om een aantal aanbevelingen goed op te kunnen volgen, heeft de onderwijssector echter behoefte aan een meer faciliterende en coördinerende rol vanuit de overheid.
De toezichthouder schrijft dit in een paper voor de vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de Tweede Kamer.
Een eerdere brief aan de twee verantwoordelijke ministers heeft volgens de AP nog geen duidelijkheid opgeleverd.
