Europese consumenten keren zich af van traditioneel tv kijken, stelt onderzoek van Trendbox in opdracht van Universal Electronics. In bijna de helft van de huishoudens is de belangrijkste tv verbonden met internet. Voor het onderzoek zijn 1.812 mensen ondervraagd in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk. 75 procent heeft andere apparaten aangesloten, vooral DVD-spelers (46%), game consoles (30%) en computer of laptop (22%).
Ongeveer een derde van de respondenten gebruikt OTT-diensten, waarbij YouTube met 42 procent het meest wordt genoemd. OTT wordt gekeken via smart tv (29%) of game console (22%). In een huishouden zijn verder gemiddeld 3,3 afstandsbedieningen aanwezig. Bijna een kwart (23%) heeft wel eens een universele afstandsbediening geprobeerd, maar dan maar gemiddeld voor 2 apparaten. 54 procent zegt dat die beter is dan het origineel.
Cord cutting nog beperkt
Slechts drie procent van alle consumenten die op een traditionele manier tv kijken, hebben inmiddels besloten om hun tv-abonnement in te ruilen voor een OTT (over-the-top)-variant, aldus recent onderzoek van Rovi naar het gedrag van abonnees op betaal-tv en OTT-diensten in de VS, Europa en Azië. Met zeven procent heeft de VS een bovengemiddeld aantal daadwerkelijke ‘cord cutters’. In landen zoals Duitsland, Frankrijk, China en India ligt dit op zo’n twee procent.
De mondiale VoD (video-on-demand)-markt zal in 2016 een omzet bereiken van 263 miljard dollar, tegen 207 miljard dollar in 2014. De groei is met name afkomstig van de steeds populairdere on-demand diensten onder consumenten en de groeiende penetratie van internettoegang in opkomende markten. Dat bleek in oktober uit een rapport van Future Market Insights (FMI). Noord-Amerika en West-Europa zijn de twee grootste markten op VoD-gebied. De regio Azië-Pacific is nu goed voor een omzetaandeel van 13 procent. In 2020 zal dit 22 procent zijn, waarmee het West-Europa passeert als de tweede VoD-markt in omzet.
Tv-gedrag in Nederland
Acht procent van de Nederlanders verwacht de komende twee jaar het huidige tv-abonnement op te zeggen omdat steeds meer programma's via internet te bekijken zijn. Het aantal Nederlanders dat niet van plan is om zijn tv-abonnement in de afzienbare toekomst op te zeggen - omdat ze live tv willen blijven kijken - is het afgelopen jaar aanzienlijk gedaald: van 58 naar 47 procent. Dat blijkt uit een meting van onderzoeksbureau Telecompaper op basis van zijn Consumer Panel in augustus 2015.
Uit ander recent onderzoek van Telecompaper onder de leden van zijn Consumer Panel blijkt dat Nederlanders gemiddeld twee uur per dag lineair tv kijken. Daarmee is deze manier van televisie kijken nog steeds het meest populair. Inmiddels wordt wel 61 procent van de kijktijd besteed aan het kijken van videocontent op andere manieren, zo blijkt uit de nieuwste versie van het Dutch Consumer Video Behaviour-rapport van Telecompaper.
