Het Besluit Eindapparaten is al eind 2016 in werking getreden. Er wordt in de praktijk nog weinig tot niets mee gedaan en daarom wil EZK het besluit concreet invullen met een beleidsregel. De operators stellen dat het ministerie van EZK het ‘probleem’ niet heeft gedefinieerd en hun bezwaren negeert.
Consultatie over principe 'eindpunt van het netwerk'
De openbare consultatie van de beleidsregel is eind vorig jaar geopend, ruim een jaar nadat het besluit in werking trad. Met die beleidsregel wordt de scheiding uitgelegd tussen een openbaar elektronisch communicatienetwerk en een privaat netwerk van een telecom-eindgebruiker. Vanuit het netwerk bekeken, is het netwerkaansluitpunt het laatste punt dat nog onderdeel is van het netwerk. Ieder apparaat dat achter dat punt ligt, kan geen onderdeel meer zijn van het netwerk, valt althans op te maken uit de definitie.
In een nieuwsbericht noemde het ministerie als motivatie dat bedrijven en consumenten straks ook zelf de keuzevrijheid moeten krijgen voor apparatuur op hun eigen privénetwerk. Het is nu gebruikelijk dat aanbieders zoals kabel- of telefoniebedrijven deze apparatuur tegen betaling als onderdeel van een abonnement leveren. Dit blijft mogelijk, maar deze beleidsregel gaat gebruikers medio 2018 ook de mogelijkheid geven om zelf te kunnen kiezen.
'EZK wijzigt hier de wet'
De operators denken dat medio 2018 onhaalbaar is. Ze voeren juridische bezwaren aan. Ze zeggen dat EZK niet bezig is om de regels te verduidelijken, maar om er een eigen draai aan te geven, waardoor er sprake is van een wijziging van de wetten en regels, terwijl die grotendeels door de EU worden vormgegeven. Verder stellen ze dat de wijziging is gebaseerd op een Europese richtlijn uit 2008, die voor een totaal andere situatie bedoeld was.
De overheid moet een zorgvuldig wetgevingstraject inzetten, op basis van de Electronic Communications Code, het nieuwe EU-kader voor de telecomsector. Over die Code wordt nu in Brussel onderhandeld, tussen Europees Parlement en de lidstaten. Zodra hij is aangenomen, gaat er een termijn gelden voor implementatie, mogelijk twee jaar. Impliciet vragen de operators hier dus om de besluitvorming over het netwerkaansluitpunt enkele jaren te vertragen.
Operators willen volledige regie over modems
Verder zijn de bezwaren ook technisch en operationeel. De providers stellen dat het de kwaliteit en de continuïteit van de diensten in gevaar komt zodra er andere modems in het netwerk zitten dan die van de aanbieder zelf. Ze willen daarom dat ze andere modems kunnen afsluiten.
Verder willen ze een uitzondering voor alle apparatuur die ingezet wordt om de dekking van openbare netwerken de verbeteren. Die apparatuur moet buiten de regeling vallen, ongeacht de vraag of die dekking wordt geleverd via mobiele vergunningen of via licentievrij spectrum. De consequentie van deze wijziging zou kunnen zijn dat alle apparatuur van de ISP’s buiten de regeling valt. KPN, Delta en VodafoneZiggo gebruiken hun modems nu al om een WiFi hotspot netwerk te maken.
Het ministerie van EZK heeft 34 openbare reacties gepubliceerd. De belangrijkste reactie is van de gezamenlijke grote ISP's. Eurofiber voert technische bezwaren aan tegen de voorgestelde definitie van het netwerkaansluitpunt. VTKE (Verbund der Telekommunikations-Endgerätehersteller) is positief en doet suggesties om de handhaving te verbeteren. De overige reacties zijn van particulieren, voornamelijk met een steunbetuiging aan het principe van keuzevrijheid voor de eindgebruiker.
