
Tussen 2016 en 2017 zal de het internetgebruik voor particuliere internetverbindingen met gemiddeld 40,5 procent per jaar stijgen voor downloaden. Het uploadvolume neemt jaarlijks toe met 44,1 procent. Het gebruik van bestaande diensten is verantwoordelijk voor een groei per jaar van 36,6 procent down en 31,6 procent up.
Dat meldt brancheorganisatie NLkabel op basis van een onderzoek dat het heeft laten uitvoeren door Dialogic en de TU Eindhoven. De komende zes jaar is er sprake van een groei met een factor 7 van het datagebruik van de gemiddelde Nederlander. Het grootste deel van de groei komt uit intensiever gebruik van de huidige internettoepassingen zoals streaming video- en muziekdiensten en social media. Verder wordt er een toenemend datagebruik verwacht voor totaal nieuwe internetdiensten
Het verschil in groei van down- en upstream verkeer komt door een groeiend gebruik van online back-ups, maar ook door een relatief grote toename van het gebruik van online video en muziek. Diensten met downstreamverkeer vereisen ook het nodige upstreamverkeer, in de vorm van zogeheten acknowledgements. De gevraagde downloadsnelheid blijft wel aanzienlijk hoger dan de gevraagde uploadsnelheid.
Naar verwachting ligt de behoefte van consumenten aan internetsnelheid in 2022 op gemiddeld 355 Mbps down en 37 Mbps up. Door multi gigabit Docsis 3.1 technologie uit te rollen verwachten kabelaanbieders aan deze behoefte te kunnen voldoen. Vooral het toenemend online gebruik van streaming video- en muziekdiensten zorgt voor de sterke groei in het dataverbruik, stelt NLkabel. In 2016 bedraagt het gemiddeld dagelijks internetverkeer ruim twee GB per huishouden. Een kwart daarvan gaat ‘up’, driekwart ‘down’.
NLkabel noemt het verder opvallend dat het internetgebruik de komende jaren minder pieken zal kennen. Het gebruik zal meer gespreid over de dag plaatsvinden. Een mogelijke verklaring is dat het gebruik van streaming videodiensten, met gespreid dataverkeer, toeneemt ten koste van peer-to-peer file sharing waarmee bijvoorbeeld in één keer een hele film wordt gedownload. Deze conclusie is van belang voor de prognoses voor de internetsnelheden die consumenten wensen. Wanneer de spreiding van het internetverkeer niet groter zou worden, zou de behoefte aan snellere verbindingen sterker toenemen.
Momenteel hebben consumenten volgens NLkabel genoeg aan de snelheden die Ziggo, Zeelandnet of CAIW aanbieden: 300, 400 en 500 Mpbs. Voor 2022 verwachten de onderzoekers dat de gemiddelde consument met een geadverteerde downloadsnelheid van 355 Mbps soepel kan internetten.
De meest veeleisende consumenten – power users in de terminologie van de onderzoekers – zullen in 2022 vragen om Gigabit-snelheden (1000 Mbps of meer). Zowel kabelnetwerken (met DOCSIS 3.1) als glasvezelnetwerken zijn in staat om dergelijke snelheden te leveren.
Volgens ACM beschikte eind 2015 twee derde van de Nederlandse huishoudens over een breedband-internetaansluiting met een snelheid van minimaal 30 Mbps. Een jaar eerder, eind 2014, beschikt nog niet de helft van alle huishoudens over een dergelijke vaste internetverbinding. Dat bleek in april uit de Telecommonitor over 2015 van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
Er is sprake van een verdubbeling ten opzichte van 2012. Het percentage huishoudens met een verbinding tot 10 Mbps is in deze periode meer dan gehalveerd. Volgens de ACM hebben operators de afgelopen drie jaar fors geïnvesteerd in hun vaste netwerk om hogere internetsnelheden mogelijk te maken.