De terreuraanslagen in Brussel op 22 maart hebben het Belgische nood-communicatienetwerk van ASTRID deels overbelast, meldt ASTRID. Toch is de communicatie van politie en hulpdiensten grotendeels overeind gebleven. De bevindingen zijn ook besproken in het parlement.
Politie en hulptroepen gebruiken een TETRA-netwerk, waarin berichten verzonden kunnen worden naar een groter aantal aangemelde gebruikers ineens. Kort na de vrijwel gelijktijdige aanslagen op metrostation Maalbeek en luchthaven Zaventem is de capaciteit van het netwerk volledig opgebruikt. Er waren 4.300 radio’s op het netwerk, tegen 2.500 gemiddeld. Er waren 600 actieve groepen met gemiddeld 34 gebruikers, tegen normaliter 200.
ASTRID heeft 26.000 geslaagde groepsgesprekken geteld en 8.400 mislukte of afgebroken groepen. Vijf vaste base stations in Brussel en twee in Vlaams Brabant raakten vol, maar zijn blijven functioneren. Ook de meldkamers bleven bereikbaar. Er is een zesde mobiel base station naar Brussel gedirigeerd, waardoor de capaciteit kon worden vergroot.
ASTRID stelt enkele structurele en operationele maatregelen voor. De mobiele unit (met satelliet backhaul) kan vaker en sneller worden ingezet. De capaciteit van het netwerk kan worden vergroot door toewijzing van extra frequenties. Hierover loopt de discussie. Verder kan in crisissituaties worden besloten om politiediensten te laten roamen op de drie mobiele netwerken. Deze mogelijkheid bestaat al voor mobiele data, maar zou kunnen worden uitgebreid naar mobiel bellen met de hoogste prioriteit.
Over de operationele maatregelen wordt gezegd dat de draaiboeken en de instructie/training van gebruikers beter kunnen. Dit advies geldt voor alle schakels in de keten, van de federale en de lokale overheden tot de gebruikers (zoals de politiediensten) en ASTRID zelf.
Het rapport gaat niet in op de status van de mobiele netwerken van operators Proximus, Orange en Base op de dag van de aanslagen. Meteen werd al gemeld dat de mobiele communicatie overbelast raakte.
