Big tech onder vuur, deel 2 - De Google zaak

Commentaar Algemeen Wereld 29 OCT 2020
Big tech onder vuur, deel 2 - De Google zaak

Zowel in de US en in de EU wordt er gekeken naar de machtspositie van Big Tech. In veel gevallen gaat het om Google, Amazon, Facebook en Apple.  We hebben eerst het rapport gehad van het Huis van Afgevaardigden en nog geen week later kwam de aanklacht van het Ministerie van Justitie tegen Google. Ook in de EU wordt naar Big Tech gekeken dat moet uitmonden in nieuwe wetgeving (Digital Services Act). Frankrijk en Nederland hebben gezamenlijk een positie ingenomen. De kernvraag waar het om gaat is of Big Tech misbruik maken van hun machtspositie, waardoor consumenten en/of concurrerende bedrijven (vaak nieuwe start-ups) worden benadeeld. Van belang is om in praktische zin duidelijke te maken wat de kernproblemen zijn en welke maatregelen genomen kunnen worden om consumenten te beschermen en voor bedrijven een betere markttoegang te realiseren. We zullen in een aantal artikelen de bedrijven onder de loep nemen en daar waar mogelijk een relatie leggen met de situatie in Nederland.

Welk type maatregelen wordt overwogen

Uit zowel de documenten van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden als die van de EU zien we dat de volgende maatregelen worden overwogen:

  • Structurele scheiding van diensten (opsplitsing of afsplitsing van business lines)
  • Tegengaan van koppelverkoop vanuit een dominante dienst
  • Tegengaan van het bevorderen van de eigen producten
  • Verplichting om bij overnames aan te tonen dat de overname niet anti-competitief is
  • Verplichting tot data portabiliteit voor bedrijven
Op dit moment is het nog te vroeg om een vergelijk te maken tussen de US en EU. We willen een inzicht geven aan welke maatregelen wordt gedacht. Het zal duidelijk zijn dat een structurele scheiding de meest vergaande maatregel is, een maatregel die in het verleden slechts zeer incidenteel is toegepast. Ook het omkeren van de bewijslast bij overnames is een nieuw instrument. Alom wordt erkend dat het huidige instrumentarium ontoereikend is om afdoende maatregelen te nemen. In de artikelen reeks zullen we per tech-bedrijf zo concreet mogelijk aangeven welke issues er zijn en welke mogelijke maatregelen genomen kunnen worden. Als eerste Google, mede omdat de rechtszaak is gestart in de Verenigde Staten.

Google speelt op diverse velden

In de recente aanklacht van het ministerie van Justitie wordt met name aandacht besteed aan search en online advertenties. Google levert de meest gebruikte webbrowser. Maar Google is meer dan dat. Google is eigenaar van YouTube het grootste videoplatform ter wereld, het is eigenaar van Android het grootste mobiele operating systeem ter wereld en het levert cloud diensten. Hieronder een kort overzicht van de marktpositie van Google:

  • Google heeft 95% van de zoekmachine markt in handen in Nederland (Bron: Statscounter - sept. 2020)
  • De Chrome browser heeft een marktaandeel van 56% in NL (Bron: Statscounter - sept. 2020)
  • Google heeft 37% van de digitale advertentiemarkt in de US (Bron: eMarketer)
  • YouTube is het grootste videoplatform met een marktaandeel van 73% (Bron: Wall Street Journal - October 2020)
  • Android (en daarmee Google Playstore) is het grootste mobiele platform (63% in Nederland, bron: Statscounter - sept 2020)\
  • Google heeft 31,4% van de smart speaker markt in handen (Bron: Statista, 2019)
  • Google Cloud is qua grootte de derde speler met 8% van de cloud markt (Bron: Statista, Q4 2019)

De Google zaak heeft slechts een beperkte reikwijdte

De Google zaak in de US richt zich in eerste instantie op de search en online advertenties markt. Niet vreemd want op de search heeft Google een monopolie en via search worden de meeste inkomsten gegenereerd. De aanklacht richt zich met name op het feit dat Google exclusieve overeenkomsten sluit met mobiele telefoon leveranciers (die voor het overgrote deel het Android platform van Google gebruiken). De overeenkomst met de Android gebruikers omvat de verplichting om de Google apps als standaard apps mee te nemen. Als tegenprestatie wordt een revenue share over de verkregen reclame-inkomsten betaald. Bij Apple (13% van de markt wereldwijd, maar in de US 60%)  worden vele miljarden betaald voor het gebruik van de Google zoekmachine onder de browser van de Apple (Safari). 

Google geeft aan dat er voldoende concurrentie is

Google zelf geeft aan dat er voldoende concurrentie is en dat de gebruikers het product van Google kiezen omdat het een kwalitatief hoogstaand product is. Daarnaast is het zo dat gebruikers andere diensten kunnen kiezen. Men kan de apps van Google verwijderen en andere apps installeren. Men vergelijkt de gesloten overeenkomsten met de deals die in de retail worden gemaakt. Hier betalen leveranciers meer om hun producten op ooghoogte in de schappen te krijgen dan als men onderaan het schap wordt geplaatst. Zo moeten de afspraken met de smartphone-leveranciers ook gezien worden. Ook wordt betoogd dat de kosten voor de gebruiker lager zijn, aangezien de smartphone-leveranciers op basis van de gesloten overeenkomsten een goedkoper product kunnen leveren.

Uitkomst Google zaak onzeker, beter instrumentarium gewenst

De vraag is of deze actie nu erg effectief zal zijn en of niet in eerste instantie moet worden gekeken naar een goed instrumentarium om de macht van de tech-bedrijven te beperken. De wetgeving in de US heeft zich veelal geconcentreerd op de prijseffecten voor de consument. Bij gratis diensten zoals Google die aanbiedt is dit instrumentarium vaak niet toereikend. Dat is ook de reden dat de reikwijdte van de Google zaak vrij beperkt is. De juridische commissie van het Huis van Afgevaardigden heeft aangegeven dat het instrumentarium ontoereikend is en dat er gewerkt moet worden aan een nieuw instrumentarium. De EU heeft in eerdere zaken Google flinke boetes op gelegd voor misbruik van dominante machtspositie (Google shopping), maar het verdien vermogen van Big Tech is zo enorm dat deze boetes weinig tot geen effect hebben (de boete bedroeg 2,7 miljard). Ook binnen de EU wordt gekeken naar een nieuw instrumentarium, via de Digital Services Act.

 

Telecompaper heeft door de jaren heen een uitgebreide database opgebouwd omtrent de digitale consument. Welke devices worden gebruikt, welke apps, hoe wordt er gecommuniceerd, hoe snel stijgt de populariteit van streamingdiensten en hoe zit het met thuiswerken? Met deze database kunnen snel nieuwe inzichten verkregen worden over hoe consumenten reageren op snel veranderende omstandigheden, zoals de corona crisis.

Gerelateerde artikelen