
De telecomsector ligt vanuit verschillende hoeken onder vuur: de kabel, over-the-top (OTT) aanbieders zoals Google en WhatsApp en nieuwkomers op de mobiele markt. Tegelijk is het investeringsniveau hoog vanwege spectrumveilingen en de aanleg van NGN's (next generation networks): FTTH en LTE. Verder zijn deze nieuwe technologieën ('all IP') veel efficiënter dan de oude, waardoor de operators in staat zijn de netwerken met minder mensen in de lucht te houden. En dan is er nog de economische crisis. Dat alles leidt tot druk op de resultaten, de dividenden, de balansen en de ratings. Wat te doen? Op zoek naar zowel kostenbesparingen als nieuwe inkomstenbronnen.
Kosten
Als het gaat om de kosten, dan kunnen de grote telecombedrijven uit allerlei vaatjes tappen. Als het gaat om nieuwe inkomstenbronnen, dan is het een stuk lastiger, want we hebben het hier over netwerkbedrijven en salesorganisaties die de innovatie nu eenmaal niet centraal stellen. Of het moest gaan om het maken van nieuwe proposities.
Om te beginnen de kostenbesparingen. Afgezien van nog maar weer een nieuwe herstructurering en het nog maar eens oppakken van de kaasschaaf, laten de telco's zien dat er nog veel meer mogelijk is:
- Verkoop van masten.
- Network sharing voor kostenbesparing.
- Lokale fusies voor kostenbesparing: Japan (SoftBank en eAccess), de VS (T-Mobile en MetroPCS) en mogelijk India (Telenor en Tata).
- Transnationale fusies en overnames voor het realiseren van synergie: America Movil (Nederland en Oostenrijk), SoftBank (Japan en de VS).
Van een andere orde is het naar de beurs brengen van dochters: Telefonica (Duitsland en wellicht Latijns Amerika), TeliaSonera (MegaFon en Kcell) en Bharti Airtel (mogelijk de masten). Ook de joint venture EE van Deutsche Telekom en France Telecom gaat mogelijk naar de beurs. Op zichzelf worden hierdoor geen kosten bespaard, maar met de opbrengst kan de schuld worden gereduceerd om de rentelasten te verlagen. Een gevaar daarbij is wel dat tegelijk wellicht een zeer winstgevende of snelgroeiende activiteit verkocht wordt, zodat ook aan de opbrengstenkant gesneden wordt.
Het opsplitsen van ondernemingen, waarover schijnbaar nagedacht wordt bij Telefonica en Telekom Austria (de thuismarkt naast Zuid-Amerika resp. Oost-Europa), maar ook bij Vivendi (telecom naast media), gaat evenmin direct over kostenbesparingen. Het is eerder gericht op het creëren van beleggingsobjecten met een betere samenhang qua risico en rendement.
Inkomsten
- Lanceren van operator OTT-diensten. T-Mobile USA heeft Bobsled, T-Mobile Polen heeft freeyah,Telefonica heeft TuMe en Orange heeft LibOn. En gezamenlijk, met tevens Vodafone erbij betrokken, zetten ze joyn in de markt (text, voice, video calls).
- Venture capital en de oprichting van 'digitale' divisies (zie ons commentaar 'SingTel zet nieuwe strategische stap').
Conclusie
Het is duidelijk dat de telecomsector door een moeilijke periode gaat. Maar daar moet aan toegevoegd worden dat het tal van mogelijkheden heeft om kostenbesparingen van allerlei aard door te voeren. Het aanboren van nieuwe inkomstenbronnen is waarschijnlijk lastiger. Telecombedrijven doen er dan ook goed aan, in deze tijd van efficiënte next-generation netwerken, zichzelf opnieuw te definiëren. Wat doen we wel, wat doen we niet, en wat laten we aan partners over? Te denken valt aan zaken als connectivity en innovatie op verschillende niveaus (technologie, apparatuur, diensten, proposities). En welke structuur sluit het beste op deze keuzes aan? Daarbij moet een keuze gemaakt worden tussen verticale integratie en structurele scheiding van netwerk en diensten. Het valt te bezien of de de sector de huidige fase weet te overleven met de lopende maatregelen, of dat er meer dramatische actie nodig is, zoals grote fusies of structurele scheiding.