
De Eerste Kamer stemt op 24 april over de ‘Nederlandse’ versie van netneutraliteit. Het gaat om de bepaling in de Telecommunicatiewet, met een uitdrukkelijk verbod op zero rating. Dat is echter in strijd met de Europese verordening. De rechtbank in Rotterdam heeft het artikel 7.4a buiten werking gesteld. De wijziging is onderdeel van een verzamelwet voor EZ en LNV. De Tweede Kamer heeft die 12 april zonder discussie als hamerstuk afgehandeld. De Eerste Kamer doet hetzelfde.
Het vonnis van de Rechtbank Rotterdam stelt dat de Europese netneutraliteitsverordening “zonder twijfel geen categorisch verbod op prijsdiscriminatie (“acte clair”) bevat”, waardoor de Telecommunicatiewet op dit punt onverbindend is. Concreet betekent dit dat zero rating-aanbiedingen, zoals die van T-Mobile, niet op grond van strijd met de Telecommunicatiewet verboden zijn. De beginselen van netneutraliteit volgen wel uit de Europese verordening. T-Mobile heeft het handhavingstraject welbewust opgezocht door in 2016 Datavrije Muziek (DMV) te lanceren.
Netneutraliteit al tien jaar politiek gevoelig
Netneutraliteit of 'Net Neutrality' was in 2008 in de VS al een controversieel onderwerp, voordat het in Europa op de radar kwam. Onder staatssecretaris Frank Heemskerk zette het ministerie van EZ al in op transparantie over 'afknijpen'. Europees Commissaris Neelie Kroes nam het op in de wijzigingen van het Telecomkader.
Netneutraliteit is in 2010-2011 ingevoerd, op voorstel van de oppositiepartijen met onder andere Kees Verhoeven van D66. Minister van EL&I Maxime Verhagen heeft de Tweede Kamer in 2011 gewaarschuwd dat het verbod op zero rating problematisch was, maar steunde het voorstel daarna wel en verdedigde het in Brussel. Nadat de rechter had gesproken, begon minister Henk Kamp van EZ het traject om het weer te schrappen. Staatssecretaris Mona Keijzer van EZK zal dit afronden.