
Een groot aantal Europese brancheorganisaties uit in een gezamenlijke brief aan de Europese Raad haar zorgen over de aankomende ePrivacy Regulation (ePR), de verordening die in Nederland de huidige Telecommunicatiewet moet vervangen. Zij waarschuwen voor een negatieve impact op economische groei en digitale innovatie.
De brief wordt volgens de initiatiefnemers breed ondersteund. Behalve door Nederland ICT en DINL is de brief onder meer ondertekend door de Europese koepel van werkgeversorganisaties. De EU-lidstaten bespreken op 8 juni in Luxemburg tijdens een Telecomraad de ePrivacy richtlijn. Deze richtlijn, straks een verordening, is belangrijk voor de internetsector omdat hij overeenkomsten heeft met de AVG. Op 8 juni zullen de standpunten ten aanzien van de geplande hervormingen worden gefinaliseerd. Deze standpunten werden voor het eerst in januari vorig jaar gepubliceerd.
Scope ePrivacy steeds breder
De ePrivacy Verordening (voorheen richtlijn) komt in Nederland in de plaats van de Telecommunicatiewet, die onder meer e-mail, telemarketing en cookies reguleert. De verordening heeft relaties met, maar zal fungeren naast de in mei 2018 van kracht geworden privacywet AVG. De ePrivacy Regulation is oorspronkelijk bedoeld om de vertrouwelijkheid van digitale communicatie te beschermen. De afgelopen jaren is de scope van de verordening echter steeds breder geworden.
Bovendien botst volgens de ondertekenaars van de brief de ePR met de 25 mei van kracht geworden Avg/GDPR, de andere Europese verordening voor de bescherming van persoonsgegevens. De juridische gronden voor het verwerken van data en het vragen van toestemming verschillen in beide verordeningen, aldus de coalitie.
'Alle sectoren geraakt door ePR'
De coalitie waarschuwt verder voor de potentiële reikwijdte van de nieuwe regels. ‘Door de brede definitie van digitale communicatie raakt de ePR waarschijnlijk alle sectoren van de digitale economie: van digitale media tot autonome voertuigen en van medische apparatuur tot smart industry. In het beste geval leidt de verordening in al deze sectoren tot extra regeldruk, maar in het ergste geval kunnen producten en diensten niet meer worden aangeboden. Dat zet een flinke rem op innovatie en de ontwikkeling van de digitale economie.’
De brief stelt dat vertrouwelijke digitale communicatie beschermd moet worden. Daarom bevat de brief een oproep aan de EU-lidstaten op 8 juni tot een zorgvuldige behandeling van het huidige voorstel en geen overhaaste besluitvorming. ‘De ePR moet zo veel mogelijk verder bouwen op de stevige basis voor gegevensbescherming die er met de Avg is gelegd.’
Oproep tot halt aan verordening
Diverse brancheorganisaties van (Europese) operators - de GSMA, ETNO en Cable Europe - riepen eind mei al op tot een halt op de geplande hervorming van de ePrivacy-richtlijn naar een verordening. Zij willen eerst dat deze meer in lijn komt met de AVG.
Branchevereniging DDMA vroeg staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in februari een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de economische impact van de ePrivacy-verordening op de Nederlandse markt. De brancheclub voor advertentiebureaus verwacht dat de vervanger van de Telecommunicatiewet negatieve gevolgen heeft voor de opties van reclamebedrijven om consumentengedrag met cookies te volgen.