Telecomraad: geen besluit over e-privacy verordening

Nieuws Algemeen Europa 22 NOV 2018
Telecomraad: geen besluit over e-privacy verordening

De Europese telecomministers buigen zich tijdens de eerstvolgende Telecomraad onder meer over de wens van de Europese Commissie om een nieuw digitaliseringsprogramma te financieren, evenals een nieuw kenniscentrum op het gebied van cyberveiligheid. Verder worden de ministers geïnformeerd over de voortgang in het omvormen van de huidige e-privacy richtlijn in een verordening. besluiten over de verordening worden echter niet genomen. Dat schrijft staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) in een brief aan de Tweede Kamer.

Op de agenda van de telecomraad op 4 december staan verder enkele diversenpunten geagendeerd, zo laat de staatssecretaris de Tweede Kamer weten. Zo wordt de Raad door het voorzitterschap (momenteel Oostenrijk) geïnformeerd over de herziening van de Richtlijn hergebruik overheidsinformatie, de aanpassing van de verordening invoering en werking .eu-topniveaudomein internet en de verordeningen inzake ENISA (EU Cybersecurity Agency) en cybersecurity certificering (Cybersecurity Act). 

Verhogen innovatie, concurrentievermogen

De voorgestelde verordening er oprichting van het Digital Europe Programme heeft als doel om innovatie en het concurrentievermogen van de EU te verhogen door te investeren in strategische digitale capaciteiten. Dit is aanvullend op Europese investeringen in digitalisering via het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op ‘onderzoek en innovatie’. 

De EC wil EUR 9,2 miljard investeren in de volgende prioriteiten: High Performance Computing, kunstmatige intelligentie, cybersecurity, geavanceerde digitale vaardigheden, interoperabiliteit en optimaal gebruik van digitale technieken. Via een netwerk van Digital Innovation Hubs kunnen bedrijven (in het bijzonder het mkb), overheden en andere publieke sector organisaties toegang krijgen tot deze capaciteiten. Volgens Keijzer zijn er geen EU-lidstaten tegen het programma, wel is er discussie over de reikwijdte ervan en de rol van de lidstaten tegenover de EC.

Verbeterde EU-cybersecurity

Het EU Cybersecurity Competence Centre (EUCCC) heeft als doel om meer coördinatie, efficiëntie en schaalvoordelen te bewerkstelligen in investeringen binnen de EU als het gaat om cybersecuritykennis en – innovatie. Zo moet worden bereikt dat de Europese kennis over cybersecurity- versterkt wordt, net als de Europese cybersecuritysector. Deze moet wereldwijd competitief worden, zodat Europa minder afhankelijk wordt van niet-EU producten en diensten. 

Er wordt voorgesteld dit te doen door het creëren van één EU Cybersecurity Competence Centre dat verantwoordelijk wordt voor het coördineren en stroomlijnen van de inzet van de EU op cybersecurity. Ook wordt dit de centrale plek in de EU via welke EU fondsen voor cybersecurity geoormerkt worden toegekend. Dit gaat in het bijzonder over de gelden uit het Digital Europe programme en het nieuwe Horizon Europe programme. 

Keijzer schrijft dat Nederland onder voorwaarden positief tegenover dit voorstel staat. Zo moet er op een aantal punten verduidelijking plaatsvinden, zoals de voorgestelde aansturing van het programma en hoe het voorstel aansluit op bestaande (financiële) structuren op Europees niveau en in de lidstaten. 

E-privacy

De onderhandelingen in de Telecomraad over de verordening e-privacy lopen inmiddels twee jaar. Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie is door de Raad op een groot aantal onderdelen -ook met behulp van NL voorstellen- aangepast om zorgen vanuit het bedrijfsleven te adresseren: de samenhang met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), hoe om te gaan met cookiewalls en effecten op innovatie en mkb.

Een belangrijk aspect is volgens Keijzer dat de wijzigingen in het e-privacy-regime voor innovatie en mkb – met de voorgestelde aanpassingen vanuit de Raad- relatief gering zijn. Bij de Nederlandse inbreng in die onderhandelingen staat naast een goede bescherming van de privacy van de eindgebruiker, een goede uitvoerbaarheid en een beperking van de lasten van de regels nog steeds voorop. Daarbij wordt volgens Keijzer voortdurend gekeken naar de gevolgen van de regels voor het Nederlandse bedrijfsleven met inbegrip van het mkb. Het bedrijfsleven vreest negatieve gevolgen van de invoering.

Nederland meent dat er een afgewogen pakket aan regels ligt dat een goede balans geeft tussen privacybescherming en ruimte voor nieuwe dienstverlening. Het Europees Parlement heeft een minder positief standpunt ingenomen. In de Raad vindt een aantal lidstaten het te vroeg voor onderhandelingen, op deze Raad zal daarom geen besluitvorming plaatsvinden. De onderhandelingen zullen na de Raad worden vervolgd.

Gerelateerde artikelen