
Dat heeft Minister Kamp geantwoord op Kamervragen die begin november werden gesteld naar aanleiding van onderzoek van de NOS. De omroep bracht op basis van eigen onderzoek naar buiten dat er in Nederland tientallen dorpen zijn waar de mobiele bereikbaarheid als onvoldoende wordt beoordeeld.
Kamp geeft aan dat 100 procent dekking vanuit technisch oogpunt onhaalbaar is. Gevraagd naar de specifieke problemen per gemeente, zette de minister uiteen dat gemeentes zelf het antennebeleid bepalen. In sommige gevallen wordt dat beleid voorzien van strenge eisen waardoor de mobiele dekking niet overal optimaal is.
Kamp geeft aan dat de wet- en regelgeving voor plaatsing van antenne-installaties zoveel mogelijk is ingericht om er voor te zorgen dat netwerken voor mobiele communicatie kunnen worden gerealiseerd. Zo is er voor gekozen een groot gedeelte van antenneinstallaties vergunningvrij te maken; voor antennes tot vijf meter is geen omgevingsvergunning nodig. De Rijksoverheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de aanbieders van mobiele telefonie hebben afspraken gemaakt over de zorgvuldige plaatsing van dergelijke vergunningvrije installaties. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Antenneconvenant. Daarnaast is het beleid gericht op het bevorderen van site-sharing en het creëren van ruimte voor de antennes. Hierdoor wordt zo veel mogelijk voorkomen dat het weigeren van een vergunning voor een specifieke aanvraag door de gemeente op basis van wettelijke gronden er toe leidt dat dit het plaatsen van een antenne-installatie in het betreffende gebied onmogelijk maakt en dit tot dekkings- of capaciteitsproblemen leidt. Uiteindelijk bepalen echter burgemeester en wethouders.
Het alarmnummer 112 is in 99 procent van de gevallen beschikbaar, zo blijkt uit onderzoek van TNO en Agentschap Telecom.