De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt steeds vaker meldingen van camera's met gezichtsherkenning in de publieke ruimte, meldt de toezichthouder aan BNR. Die camera’s zijn volgens de privacywetten helemaal niet toegestaan, maar de capaciteit om dit aan te pakken ontbreekt. De belangstelling voor dit soort systemen in met name de detailhandel is groot, bevestigt Monique Verdier, vicevoorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Vorig jaar en dit jaar waarschuwde de AP al voor misbruik van gezichtsherkenningscamera's. Die mogen alleen bij een zwaarwegend algemeen belang, bijvoorbeeld voor de beveiliging van een kerncentrale en zeker niet tegen winkeldieven.
Meer dan een bewustwordingscampagne zit er niet in. De AP zegt op dit moment veel te weinig capaciteit te hebben om én gegevensbescherming te bevorderen en te bewaken én de taak als wetgevingsadviseur goed in te vullen.
AP wil er forse meer budget bij
De AP denkt drie keer zo groot te moeten worden om alle taken uit te voeren, in lijn met het recente advies van KPMG. Verdier: “We zijn de grootste toezichthouder van Nederland, maar in geld gezien zijn we de kleinste. Bovendien is de AVG een relatief nieuwe wet, waarvan we nog dingen moeten uitvinden. Dat kost capaciteit en afstemming in Europa.”
Ook Bits of Freedom zegt dat gezichtsherkenning steeds meer wordt toegepast en trekt de vergelijking met China. De organisatie vindt dat er meer moet worden gehandhaafd.
