In het bedrijfsleven slaat de paniek toe over de Algemene Verordening Gegevensbescherming(AVG), schrijft het Financiële Dagblad. Patrick van Eecke, partner bij DLA Piper en provacy-expert, stelt dat bedrijven er nu achter komen dat de AVG meer is dan een paar aanpassingen in het privacyreglement van de website.
De AVG vergt aanpassingen in IT-systemen en administraties, om het bewaren van persoonsgegevens in lijn te brengen met de wet. Bedrijven moeten in heldere termen uitleggen welke persoonsgegevens zij verzamelen, en waarom. Daarbij komen strengere procedures voor het melden van datalekken.De AVG is in april 2016 aangenomen, met een termijn van twee jaar voor de invoering. Vanaf 1 mei 2018 moeten bedrijven en overheden compliant zijn.
Het FD citeert meerdere deskundigen, die zeggen dat bedrijven de nadruk hebben gelegd op het verzamelen van data, zonder daarover veel openheid van zaken te geven. Wie nu nog een filosofische discussie wil voeren over het nut van transparantie, mist de deadline.
Accountants, IT-consultants en andere adviseurs halen veel omzet binnen voor de invoering van de AVG. Daarbij gaat het niet alleen om aanpassingen van IT-systemen, maar ook om het invoeren van een compliance-cultuur in de organisatie.
Ook toezichthouder AP verwacht veel werk
Overigens is het niet alleen in het bedrijfsleven dat de invoering van de AVG voor werk zorgt. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is in Nederland belast met het toezicht op de nieuwe regels. Een deel van het werk is naar voren gehaald met de Nederlandse meldplicht datalekken, die al geldig is.
Desondanks heeft de AP gevraagd om een grote uitbreiding van het budget: in het ruime scenario moet de organisatie vier keer zo groot worden als nu. Het Rijk bekijkt hoeveel er bij moet.
